Het doel van een forensische audit is:
- Vaststellen of er mogelijk een misdrijf is gepleegd en, in voorkomend geval, de fraudeur(s) identificeren en de fraudeomvang vaststellen.
- Het onderzoek beoogt de waarheid aan het licht te brengen.
- Op een objectieve wijze meedelen van de vastgestelde feiten en eventueel gepleegde inbreuken aan de betrokken organisatie(s). Indien een forensische audit uitwijst dat er mogelijke misdrijven zijn gepleegd, wordt het parket of de CDBC (Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie – federale politie) ingelicht door de administrateur-generaal van Audit Vlaanderen (conform artikel 29, Wetboek van Strafvordering).
- In kaart brengen van tekortkomingen in het systeem van organisatiebeheersing en formuleren van aanbevelingen.
- Het rapport moet de bevoegde personen toelaten de nodige maatregelen te treffen, een herhaling van de feiten te voorkomen en de belangen van de organisatie te vrijwaren.
- Een forensische audit is noodzakelijk om personeelsleden vrij te pleiten van onterechte verdenkingen en ongegronde verdachtmakingen.
Een forensische audit resulteert steeds in een rapport dat conform de rapporteringslijnen, opgenomen in het auditcharter van Audit Vlaanderen, wordt opgestuurd naar de geauditeerde entiteit.
Bij een forensische audit kunnen diverse onderzoeksmethoden en -technieken worden toegepast. Auditoren die forensische onderzoeken uitvoeren, concentreren zich vooral op eigenaardigheden, uitzonderingen, boekhoudkundige onregelmatigheden en (afwijkende) gedragspatronen.
Forensische onderzoekstechnieken zijn er op gericht om op een efficiënte en juridisch verantwoorde manier gegevens te verzamelen en te analyseren. Enkel op deze wijze kan men tot een waarheidsgetrouwe rapportering van de feiten komen.
Personeelsleden van Audit Vlaanderen hebben recht op toegang tot alle informatie en documenten, ongeacht de drager ervan, incl. mailboxen*, voor alle administratieve entiteiten binnen hun werkterrein.
Personeelsleden van Audit Vlaanderen hebben het recht op inzage van alle relevante informatie en documenten, het verkrijgen van afschriften en kunnen aan ieder personeelslid de inlichtingen vragen die ze voor de uitvoering van de auditopdrachten nodig achten (zonder dat die vraag via de hiërarchische weg moet worden gesteld). Ieder personeelslid is ertoe gehouden op een volledige wijze te antwoorden en alle relevante informatie en documenten te verstrekken. De personeelsleden van Audit Vlaanderen hebben evenwel geen politionele bevoegdheden.
De verplichting om informatie en documenten te verstrekken beperkt zich niet tot de gegevens die expliciet gevraagd worden door Audit Vlaanderen, maar strekt zich uit tot alle informatie en documenten die relevant kunnen zijn met betrekking tot de opdracht. Van de personeelsleden wordt dus verwacht dat ze op een volledige wijze antwoorden en desgevallend op eigen initiatief nuttige informatie en documenten verstrekken.
Audit Vlaanderen heeft eveneens de toegang tot alle gebouwen, ruimtes en installaties waar taken of bevoegdheden van de entiteiten binnen zijn werkterrein worden uitgevoerd, onverminderd de wettelijk voorziene beperkingen van het recht op toegang en de wettelijke regels inzake de bescherming van de woning.
* Voor de lokale besturen: art. 223 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
** Voor de Vlaamse administratie: art. III.115 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Handreiking lokale besturen
Samen met partners VVSG en het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft Audit Vlaanderen een Handreiking forensische audits uitgewerkt waarin u informatie kan vinden over welke stappen Audit Vlaanderen zet bij een forensische audit.
Handreiking forensische audits bij lokale besturen